04-04-2020

Geduld is een schone zaak.

Op het moment van dit schrijven hebben we te maken met een virus dat zich wereldwijd heeft verspreid, en waarvan we de werkelijke impact en de nasleep nog jaren zullen gaan voelen.

Het meest triest aan dit virus is dat het wereldwijd ontelbare mensenlevens eist. Ondanks de opgelegde maatregelen welke zijn opgelegd om er voor te zorgen dat we dit virus z.s.m onder controle krijgen, zijn er toch mensen welke zich onaantastbaar wanen en de regels aan hun laars lappen, en zo het leven van hun zelf maar ook die van anderen in gevaar brengen. Voor die mensen heb ik maar 1 boodschap WORD VOLWASSEN!

GEDULD! dat is wat bij de meeste duivenmelkers onder ons erg op de proef wordt gesteld.

Gelukkig hebben wij als duiven liefhebbers in deze moeilijke tijden wat afleiding, en kunnen we ons enigszins aangepast met onze gevleugelde vrienden bezig houden.

Terwijl bij de een, de jonge duiven al een uur in de lucht hangen, is bij de ander het brainstormen pas begonnen of het wel verstandig om überhaupt jongen of in beperkte mate te gaan kweken. Op het moment van de grote uitbraak en definitieve vormen begon aan te nemen hier in Nederland, zaten bij mij zelf de duiven al gekoppeld, en waren de eerste eieren reeds gelegd. Gezien de onzekere situatie ( of ) en wanneer we kunnen beginnen met de aanvang van het duivenseizoen 2020, heb ook ik besloten om bij de jaarlingen 1 ei te verwijderen, en het aantal jongen te reduceren.

Omdat ik op dit moment 31 toekomstige weduwnaars heb zitten en 8 nest koppels blijven er nog ruim voldoende jongen over. De meeste zullen zo rond het 3e weekend van April gespeend kunnen worden. Diegene welke afgelopen winter een bon van mij hebben gekocht wil ik dan ook verzoeken om tegen die tijd ook even contact met mij op te nemen, zodat ze hun bon(nen) kunnen komen verzilveren.

De kweek op zich is hier weer fantastisch gegaan, op een enkel onbevrucht eitje, en de pech van het stuk knokken van een paar eitjes ( dit zijn er altijd die je juist had willen aanhouden) kan ik terug kijken op een geslaagde kweek.

Laten we hopen dat we dit jaar toch nog enkele vluchtjes kunnen organiseren met de jongen, het oude duiven seizoen, en dan even de discipline die mij aangaat de Marathon zal een groot vraagteken zijn. Wat gaan we dan doen met de oude ( jaarlingen ) welke vorig jaar hier slechts tot Quievrain zijn mee geweest? Wat gaan we doen met de reeds gekweekte jongen van 2020? Allemaal vragen waar ik, maar ook menig duivenmelker de komende tijd over gaat brainstormen, en de keuze zal geheel afhankelijk zijn of er nog gevlogen word met zowel de jongen als de oude in 2020.

Tijd van bezinning.

Afgelopen winter zijn er ( zoals gewoonlijk ) zou ik bijna zeggen en geheel duivenmelkers eigen weer de nodige discussies los gebarsten. Met name op de sociale media zijn de nodige discussies gevoerd de een wist het beter dan de ander, natuurlijk leven we in een land waar de vrijheid van meningsuiting hoog tij viert, maar of dit nu werkelijk een positieve bijdrage levert aan onze duivensport waag ik te betwijfelen. De meest opmerkelijk genomen beslissing afgelopen jaar vind ik het aan banden leggen van de verenigingen, en dan met name het opleggen van de inkorfbeperking. Natuurlijk snap ik dat dit bijdraagt om de kosten van de vrachtprijs te drukken. Ik moet wel zeggen dat ik deze maatregel ondersteun met wat betreft de NATIONALE inkorfcentra, en hiermee de concours veiligheid van de concoursen enigszins wordt gewaarborgd. Echter om het aantal inkorfgelegenheden zoals nu in Brabant-2000 wordt voorgesteld zo drastisch terug te brengen, gaat ongetwijfeld ten kosten van het aantal leden. Natuurlijk hebben we te maken met de vergrijzing in onze sport, en worden er helaas kleine verenigingen noodgedwongen voor de keuze gesteld om te stoppen dan wel te gaan fuseren, echter is het helaas voor die liefhebber welke al een respectabele leeftijd hebben bereikt en ook nog slecht ter been zijn een reden om te stoppen. Het landelijk beleid is er op gericht om toekomstgericht op technisch vlak met de tijd mee te gaan, echter om er voor te zorgen dat de toekomst van onze duivensport op korte termijn blijft bestaan, zal het beleid erop gericht moeten zijn het behoud van AL onze schaarse leden. Hierin is niet alleen een taak weggelegd voor de N.P.O en de Afdelingen, maar zeker ook voor de besturen van de plaatselijke verenigingen.

KOESTER IEDER LID ! we hebben elkaar nog zo hard nodig.